Update van de plantjes in april. Alles begint langzaam te groeien, zeker als het zonnetje lekker schijnt!
De enigszins verwilderde bramenstruiken die er al stonden toen we de tuin kregen, beginnen langzaam uit te lopen. Hoogste tijd om een constructie te bouwen waarlangs ze de komende maanden kunnen groeien!
Voor het eerst telen we dit jaar bruine bonen, gewoon voor de gein eens kijken hoe dat gaat. Het is nog te koud om de boontjes buiten te zaaien dus dan maar lekker binnen!
‘Vorig jaar heb ik een pompoen op de tuin gehad. Nou ik eet het spul niet hoor maar voor de sier staat het wel leuk.’ Wat de boer niet kent, dat eet hij niet. Zo’n boer is opa inderdaad. Maar zelf kan ik niet wachten tot de pompoenen en courgettes klaar zijn om de pan of de oven in te gaan!
‘Prei, dat zijn zulke taaie plantjes. Die kunnen zo lang zonder water!’ Dat is maar goed ook want ze liggen al drie weken in een plastic zakje te wachten om geplant te worden. In de derde week van april is het dan eindelijk zover, de prei gaat richting tuin!
Tevreden uitkijkend over zijn aardappellandje zegt opa: ‘Wat een groot stuk aardappels hebben we gepoot he?! Dit is drie keer te veel voor ons tweetjes. Maar jij moet ook nog wel eens mee eten en zo hebben we ook nog iets over om uit te delen.’
Sla voorzaaien vind ik maar een stom werkje, ik weet niet precies waarom ik het amper de moeite waard vind om met sla zaadjes in de weer te gaan. Misschien omdat het van die irritante kleine zaadjes zijn?!
Mais is oorspronkelijk een tropisch gewas, als ik het me goed kan herinneren uit die verstofte moestuinboeken van me. Het plantje kan in ieder geval slecht tegen de kou dus ik moet me inhouden met voorzaaien…
Op dezelfde dag dat de uitjes de grond in gaan, zaai ik samen met opa ook de wortels en de rode bietjes. Een productieve tuindag!