Oogsttijd! Van preisoep met spekjes en crème fraiche heeft opa nog nooit gehoord, hij heeft liever gewone groentesoep met balletjes. Alhoewel daar best wat ringetjes prei door mogen.
Oogsttijd! Van preisoep met spekjes en crème fraiche heeft opa nog nooit gehoord, hij heeft liever gewone groentesoep met balletjes. Alhoewel daar best wat ringetjes prei door mogen.

Van dezelfde oom die ons slaplantjes gaf, kreeg ik ook 15 preiplantjes. Hij werkt namelijk als veredelaar, iemand die planten met de beste eigenschappen selecteert en daar nieuwe rassen van maakt. Bij dat veredelen worden heel veel plantjes gekweekt, nauwkeurig in de gaten gehouden en vergeleken. Daarbij zijn er regelmatig wat plantjes over, die hij dan mee mag nemen voor op zijn eigen tuin of om uit te delen aan bekenden. Onze prei heeft geen naam, alleen een saaie code. Het is namelijk nog geen officieel ras, de plantjes hebben alleen de potentie om in de toekomst een nieuw ras te gaan worden. Experiment prei dus!

De magere maar stevige prei-sprietjes zijn volgens opa enorm sterk. ‘Prei, dat zijn zulke taaie plantjes. Die kunnen zo lang zonder water!’ Dat is maar goed ook want ze liggen al drie weken in een plastic zakje te wachten om geplant te worden. In de derde week van april is het dan eindelijk zover, de prei gaat richting tuin!

Die oude maar sterke opa van mij moet een flinke strijd leveren om zijn laatste rijtje prei te oogsten.
Die oude maar sterke opa van mij moet een flinke strijd leveren om zijn laatste rijtje prei te oogsten.

Bij opa viel het planten van de nieuwe prei samen met het oogsten van prei van vorig jaar. Dat oogsten, dat valt soms nog niet mee. Zeker bij zware klei hoef je niet te proberen de prei er zo uit te trekken, de plant zit met haar wortels veel te vast in de grond verankerd. Opa licht de grond onder de prei op met een schep en trekt tegelijkertijd de prei geleidelijk uit de grond.

Oogsten ligt voor ons nog ver in de toekomst, eerst maar eens planten. Eigenlijk plant je prei niet, je stopt de plantjes gewoon in een gat. Met de steel van de hark, maakten we om de 15 cm gaten van ongeveer 10 tot 15 cm diep. Onze plantjes waren namelijk nog vrij klein, bij grotere plantjes hadden we de gaten dieper gemaakt.

Elke gat krijgt één preiplantje. Het gat wordt daarna niet direct dichtgegooid en aangedrukt met grond maar wél volgegoten met een flinke hoeveelheid water. Het voelt een beetje vreemd om die magere sprietjes zo achter te laten maar toch doen we het. Na verloop van de tijd zal de regen het gat volspoelen met grond. Tegelijkertijd zal de prei ook lekker doorgroeien en daarmee de rest van het gat vullen. Zoals opa al zei, preiplantjes zijn sterk, die redden zich wel!

Iedere week stuur ik meer dan 1000 moestuiniers een nieuwsbrief met inspiratie, tips en een nieuwe vlog. Wil jij ook op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.