Vorige week hebben we onze eerste knolselderij ooit geoogst. Een bescheiden knolletje met vooral erg veel loof. Gisteren hebben we de knol tot puree verwerkt en wat was dát lekker!
Ik begon met 250 gram aardappels, de eerste de beste soort die we konden vinden. In ons huis liggen de aardappels inmiddels namelijk verspreid over 3 verschillende plekken. Een deel ligt onder de vloer in een plastic opslagbak, een deel ligt in de keukenkast en een deel in een papieren zak in de gangkast. Een wintervoorraad aanleggen gaat niet altijd even makkelijk als je klein behuisd bent. Maargoed, in elk hoekje is dus wel iets eetbaars te vinden…
De geschilde aardappels gingen de pan in. Vervolgens heb ik 250 gram knolselderij toegevoegd, nadat de ruwe schil van de knol werd afgesneden en de rest in stukjes ter grootte van de aardappels werden gesneden. De aardappels en de knolselderij hadden ongeveer 20 minuten nodig om gaar gekookt te worden. Voor het stampen voegde ik nog een flinke klont roomboter toe. Flink stampen en smullen maar!
Bij de puree aten we rode bieten van eigen kweek en confit de canard. Onze buurman woont een groot deel van het jaar in Frankrijk en neemt wel eens een lekker cadeautje voor ons mee. Het leek wel een kerstdiner en dat op een zaterdagavond in september. Heerlijk malse eendenbout met herfstige groenten van eigen kweek. Zo wil ik elk weekend wel eten!
Het recept van de aardappel-knolselderij puree stap voor stap (voor 2 personen):
- Schil de aardappels (250 gram) en knolselderij (250 gram) en snijd ze in gelijke stukken. Kook samen in 20 minuten gaar in water met een mespuntje zout.
- Giet de aardappel en knolselderij af. Voeg een klont (ongeveer 30 gram) roomboter toe en stamp met de pureestamper tot puree. Als de puree te droog is, kan je ook een scheutje melk toevoegen.
Je kunt de puree 1 dag van tevoren bereiden. Verwarm al roerend in een pan en voeg eventueel nog een scheutje melk toe om de puree wat smeuïger te maken.