De gele uien hangen al een tijdje in de vorm van een uienvlecht in het houthok. Lekker droog en vlakbij de keuken zodat we steeds een ui kunnen pakken als we er een nodig hebben. De rode uien lagen al een tijdje thuis maar waren nog steeds niet tot een vlecht verwerkt. Mooi weekend klusje!
Zoveel rode uien hebben we dit jaar niet; een groot deel werd opgegeten door veenmollen. Vooral in het begin, toen de kleine plantuitjes net in de grond stonden en geleidelijk begonnen te groeien, kwamen de veenmollen graag een hapje mee eten. De groene uitlopertjes lieten ze links liggen maar de worteltjes werden volledig opgegeten. Als we dan in de moestuin gingen kijken, lagen er steeds weer een paar uitjes plat, alsof ze door kaboutertjes waren omgehakt.
Het gevolg van die veenmollenvraat is dat de uien die overbleven wél veel ruimte hadden om te groeien. Opa zet zijn plantuien op kleine afstand van elkaar zodat de uien tegen de tijd dat ze geoogst kunnen worden niet al te groot zijn. Vorig jaar waren zijn uien zo groot dat hij ze niet meer goed vast kon houden bij het snijden. Dat zijn pas echte moestuin-luxeproblemen…
Onze uien zijn nog prima vast te houden maar toch mogen we over het formaat niet klagen. Mooie, flinke uien van een ideaal formaat om komende winter uiensoep van te maken. Met kleine uien ben je vaak zo lang bezig om de schilletjes eraf te pulken dat ik liever een paar grote uien heb in plaats van veel kleintjes.
De uien met weinig loof liggen in de keuken om als eerst opgegeten te worden. Ook de uien die beschadigd zijn of uien waarvan het loof niet helemaal droog was, hebben we maar niet in de vlechten verwerkt. De rest van de uien hangt nu veilig droog onder het afdak van het houthok. Klaar voor de winter!