Een fietskrat vol aardappels namen we afgelopen weekend mee uit de tuin. Tijd om eens uit te zoeken hoe we de piepers het best kunnen bewaren.
Aardappels blijven het langst goed als ze droog, koel en donker worden opgeslagen. In ons kleine maar knusse huisje hebben we niet heel veel ruimte en al helemaal geen schuur om flink wat aardappels op te slaan. Het is al een heel karwei om onze beide fietsen ’s avonds in de hal te proppen.
Wat we wél hebben, is een houten vloer die niet geïsoleerd is. Op de vloer, die meer dan 100 jaar oud is, zie je nog waar vroeger de bedstedes stonden. Een paar planken liggen los en als je zo’n plank optilt, kijk je meteen op het zand van de oude stadswal van Haarlem. Een kruipruimte is er haast niet, het zand begint ongeveer 20 cm onder de vloer. De hele jaar tocht het een beetje door de kieren van de vloer. Zomers is dat heerlijk, ’s winters is het minder leuk.
Maar voor een lading aardappels is die mini kruipruimte van ons misschien wel geschikt. Eerst dacht ik dat een dikke papieren zak wel geschikt zou zijn maar daar knagen eventuele muisjes zo doorheen. Misschien toch maar een grote plastic bak in de kruipruimte schuiven…
Maar allereerst de beschadigde en aangegeten aardappels scheiden van de mooie aardappels. Beschadigde piepers bederven sneller dan gave, intacte aardappels dus van de beschadigde knollen maak ik een flinke pan aardappelpuree om in te vriezen. Zo hebben we de komende maanden doordeweeks snel een makkelijke hap op tafel en kunnen de we overige aardappels bewaren voor in het weekend. De wintervoorraad wordt steeds groter!