Op een zonnige dag in april heb ik samen met opa zijn uien geplant. Wat opa betreft was dat al aan de late kant. ‘Maarja, met alle zorg voor oma was ik er gewoon nog niet aan toe gekomen.’ Nu maakt het volgens mij echt niet zoveel uit of je je uitjes nou eind maart of half april plant. Het is toch nog hartstikke koud waardoor alle plantjes heel langzaam groeien. Maar opa is competitief en wil graag als eerste mooie grote uien oogsten.

Ook wil hij zijn uitjes graag op een kaarsrechte rij hebben staan. Hij heeft daarom een stuk waslijn van 4 meter afgeknipt. Aan beide kanten van deze waslijn heeft hij vervolgens een stokje vastgeknoopt. Deze lijn spant hij over het stukje grond waar hij zijn uien gaat planten. O wee als ik de uitjes een millimeter te ver van het lijntje af zet!

‘Zet ze maar dicht op elkaar, dan worden ze niet al te groot’, aldus opa. Vorig jaar waren zijn uien zo dik dat hij ze niet meer goed kon vasthouden bij het snijden. Wat een luxeproblemen heeft die opa van mij toch! Groeien wil het wel, op de oude zeebodem in de Noordoostpolder.

Zet ze maar dicht op elkaar, dan worden ze niet al te groot, aldus opa. Vorig jaar waren ze zo dik, dan kan je ze niet meer goed vasthouden bij het snijden... Groeien wil het wel, op de oude zeebodem in de Noordoostpolder.
Zet ze maar dicht op elkaar, dan worden ze niet al te groot, aldus opa. Vorig jaar waren ze zo dik, dan kan je ze niet meer goed vasthouden bij het snijden… Groeien wil het wel, op de oude zeebodem in de Noordoostpolder.

Opa plant zijn uitjes dicht op elkaar, om de 8 tot 10 cm een uitje. Tussen de twee rijen uien houdt hij meer afstand aan, ongeveer 30 cm. ‘Zodat ik er straks in een keer met m’n schoffel doorheen kan roetsjen! In een keer al het onkruid weg!’ Hij zet zijn uitjes in een ondiep geultje zodat ze daarna met een minimaal laagje aarde bedekt kunnen worden. ‘Je kan ze in de grond zetten en niet bedekken met aarde maar ik bedek ze toch liever een heel klein beetje, zodat enkel het bovenste puntje nog een klein stukje boven de grond uit steekt. De vogels vinden het namelijk leuk om de uitjes uit de grond te trekken en dan schiet het natuurlijk niet op. Ze moeten wel kunnen wortelen.’

Dat wortelen doet uitjes het best als ze stevig in vochtige grond worden aangedrukt. Dan voelen ze dat het tijd is om hun worteltjes op verkenningstocht door de grond te sturen! Een week na het planten van de uien controleert opa of de uitjes al kleine worteltjes krijgen. ‘Kom, we kijken even hoe de plantuitjes het doen. Hoorde je dat? Ik trok zo z’n worteltjes kapot. Nou ja, gewoon weer terug stoppen in hetzelfde gaatje. Ze wortelen in ieder geval goed!’

In de loop van het jaar groeit elk plantuitje uit tot een flinke ui. Althans, dat is de bedoeling. Mijn uien mislukten vorig jaar doordat er een schimmel, om precies te zijn meeldauw, in kwam. Die schimmel tastte het blad van de ui aan en juist die bladeren vangen de zonne-energie op die nodig is om een mooie ui te maken. De uitjes konden niet groot groeien en wat overbleef was een magere oogst. Dit jaar beginnen we opnieuw met goede moed. Ook op onze eigen tuin hebben we twee rijtjes gele plantuien in de grond gezet, net als bij opa in mooie rechte rijtjes. De eerste week hebben we ze toegedekt met een dekentje van vliesdoek, zodat de uitjes een beetje beschermd zijn tegen de storm en nieuwsgierige vogels. Hopen dat het dit jaar beter gaat dan vorig jaar!

Iedere week stuur ik meer dan 1000 moestuiniers een nieuwsbrief met inspiratie, tips en een nieuwe vlog. Wil jij ook op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.