Voor er ook maar één van de voorgezaaide boontjes of voorgekiemde aardappels naar de tuin verplaatst kan worden, moet de grond eerst worden voorbereid. ‘Aardewerk is paardenwerk’ zegt opa. En inmiddels kan ik dat beamen. Wat een klus zeg, het omspitten van de tuin! Alle aarde wordt met een spitvork of een schop omgekeerd zodat het onkruid onder de grond terecht komt. Het idee is dat het onkruid daardoor dood gaat maar volgens mij is dat ijdele hoop. Alle ambitieuze onkruidzaadjes zullen net als de boontjes wel gemakkelijk ontkiemen en hun weg naar het daglicht zoeken.
Tijdens het spitten komen we voor het eerst van ons leven veenmollen tegen. Wat een vreselijk smerige beesten zijn dat! Het lijkt een soort combinatie van een kakkerlak en een sprinkhaan. Gauw even googelen leert ons dat ze aan worteltjes van jonge plantjes knabbelen. Ik zie onze toekomstige gewassen al wegkwijnen. Hoppa, die veenmollen mik ik mooi de sloot in. Later thuis lezen we op internet dat veenmollen uitstekende zwemmers zijn. Oeps. Sindsdien hak ik elke veenmol die ik tegenkom doormidden. Weg ermee, wortelvretertjes!