Moestuiniers zijn aardige mensen, al zeg ik het zelf. We waren nog amper op de nieuwe tuin begonnen, of we kregen al bloembollen van de overbuurman. De buurvrouw bood ons laatst tomatenplantjes aan, we kregen eerder al frambozenstekjes en een andere buurvrouw gaf ons laatst een verzameling bloemenplantjes. Ook zadenruil is onder moestuiniers de gewoonste zaak van de wereld. Het is elke keer weer een cadeautje als er een mooie envelop met zaadjes op de deurmat valt, vaak vergezeld door een aardig briefje of een leuk kaartje. Wat een heerlijke manier om kennis te maken met de mede-tuiniers!
Inmiddels zijn we zelf ook aan het uitdelen geslagen. Het begon met takjes van de rozemarijnstruik die nodig gesnoeid moest worden. Daarna volgden de takken met kersenbloesem en sinds vorige week zijn we volop sla en spinazie aan het uitdelen. Hoewel die sla vooral aan mensen zonder moestuin te slijten is, iedereen die zelf een tuintje heeft komt nu om in de kroppen.
Dankbaar worden de verse, biologische slakroppen in ontvangst genomen en vaak is die reactie haast even leuk als het plantje in de loop der tijd zien uitgroeien tot een volle krop. Ook de fotootjes van de gerechten die anderen met onze groenten bereiden, toveren een glimlach op m’n gezicht.
Stiekem vermoed ik dat het moestuinvirus besmettelijk is en wordt overgedragen door dit soort uitdeel-acties. Gisteren zag ik dat de aardbeien al uitlopertjes beginnen te vormen. Kortom, die worden aan het einde van het seizoen ook uitgegraven en uitgedeeld. Of in het plantsoen gezet. In ieder geval gedeeld met anderen zodat het moestuinvirus zich geleidelijk verder verspreidt!