Wat ik soms lastig vind aan leren moestuinieren, is dat de ervaren tuiniers vaak niet precies uitleggen hoe iets moet. Niet omdat ze het niet wíllen vertellen, de meeste tuiniers vinden het juist leuk om beginners te helpen, maar omdat ze hun kennis en ervaring zo vanzelfsprekend vinden. Het lijkt haast alsof ze denken dat iedereen wel weet hoe je een moestuin begint en onderhoudt. Toen ik opa bijvoorbeeld vroeg wanneer ik spinazie kon gaan zaaien, antwoordde hij: ‘Spinazie kan je het best in het voorjaar en in het najaar telen.’
Bedankt opa, voorjaar en najaar. Wanneer begint in hemelsnaam het voorjaar? Wanneer eindigt het najaar? Wat ik wilde weten is: In welke maanden moet ik zaaien? Liever nog, in welke week, op welke dag? Ook de instructies op de zakjes zaad zijn me vaak veel te vaag. ‘Zodra het weer het toelaat kan men onder glas zaaien’. Op wat voor weer moet ik dan wachten? Het liefst zou ik soms een compleet uitgeschreven protocol krijgen, een stappenplan waarin nauwkeurig beschreven staat wat, waar en wanneer ik iets moet doen in de tuin. Een beetje houvast. Want een moestuin beginnen, dat kan soms best overweldigend zijn.
Nu houdt opa ook van precies en nauwkeurig. Toen ik ooit een zin begon met: ik geloof dat… reageerde opa met ‘Geloven doe je maar in de kerk, op de tuin moet je het zeker weten.’ Die uitspraak nuanceerde hij overigens al voordat hij zijn zin goed en wel had uitgesproken. ‘Maar ja, wat is nou zeker in het leven?’
Moestuinieren is geen exacte wetenschap. Als tuinieren zou bestaan uit protocollen volgen en als de uitkomst van het werk voorspelbaar zou zijn, dan zou de lol en spanning er gauw af zijn. Toch zou ik stiekem graag weten wat er in die black box in mijn opa’s hoofd gebeurt. Hij kijkt naar de lucht, bestudeert het weerbericht, voelt aan de grond en besluit dan plots dat het tijd is om bijvoorbeeld aardappels te gaan poten.
Toegang tot opa’s black box verkrijgen, dat valt niet mee. Maar met flink doorvragen, kom je een heel eind. Middels een vragenvuur waar de CIA nog iets van kan leren, kwam ik achter opa’s definitie van voorjaar en najaar. Voor spinazie dan, voor andere gewassen is het vast weer anders. In de vollegrond (moestuintaal voor: buiten in de grond in je tuin, dus niet binnenshuis, in een kas of onder een plastic tunnel) kan je spinazie het beste zaaien vanaf begin maart tot eind april en vanaf eind juli tot eind augustus. Als je in deze periodes zaait, wordt de spinazie mals en sappig volgens opa. Zaai je midden in de zomer, dan schieten de plantjes door (moestuintaal: ongewenst in bloei gaan, waardoor je geen eetbare spinazie krijgt).
De afstand die tussen de planten aanhouden moet worden, wordt door tuiniers vaak kort en bondig uitgelegd, zoals altijd in die nodeloos ingewikkelde moestuin-geheimtaal. Zoveel centimeter tussen de regels, zoveel centimeter binnen de regels. Regels is moestuintaal voor rijtjes. Bij het zaaien van meerdere rijtjes naast elkaar, komt er in het geval van spinazie 15 centimeter afstand tussen de rijen (‘15 cm tussen de regels’). Binnen de regel, dus binnen één individuele rij, worden de zaadjes grofweg om de 1 centimeter gezaaid. Die ene centimeter ga ik natuurlijk echt niet uitmeten, het gaat erom dat er globaal ongeveer 1 zaadje per cm gezaaid wordt. De zaadjes worden het liefst ongeveer 2 cm diep gezaaid, maar volgens mij komt dat ook niet heel precies. Ik maak de grond eerst lekker los en luchtig, mik dan de steel van een hark of schoffel languit in de losse grond en druk de steel een stukje de grond in. Zo ontstaat er een mooie rechte geul die overal even diep is zodat alle spinazieplantjes straks mooi tegelijk opkomen.
Na het zaaien bedek ik de zaadjes met aarde, ongeveer 2 cm dus want zo diep was het geultje. Als het buiten koud is (mijn definitie van koud: als ik m’n winterjas draag), dan dek ik de zaadjes toe met een extra dekentje van vliesdoek. Dit is een soort dunne stof waar het licht goed doorheen komt en die de temperatuur van de grond iets hoger houdt. Warmere grond betekent snellere ontkieming (moestuintaal voor het uitkomen van de zaadjes) en dát betekent sneller spinazie eten! En dat laatste, daar doen we het voor!