Om in de loop van het jaar mooie, grote groenten te kunnen kweken, moet de bodem eerst flink gevoed worden. Plantjes hebben tenslotte ook eten nodig! Als onze nieuwe tuin bij oplevering vrij van onkruid was geweest, hadden we natuurlijk eerst de mest over de tuin verspreid en de mest daarna ondergespit. Maar helaas, er stond bij oplevering in januari nog flink wat onkruid op ons nieuwe landje. Ook was een deel van de tuin bedekt met zwart plastic, waarschijnlijk om het onkruid in toom te houden. Kortom, eerst opruimen, dan het onkruid onderspitten en daarna pas met de mest aan de gang. Het houdt je wel van de straat en vooral uit de sportschool. Wat een spierpijn hebben we gehad van al dat spitten! En dan moest het slepen met mest nog beginnen.
Zoals afgesproken met de boer uit de buurt werd er in maart een lading oude stalmest afgeleverd op de tuin. Oude stalmest is niets anders dan een verteerd mengsel van stro en koeienpoep. Het klinkt smerig maar doordat de boel verteerd is, stinkt het eigenlijk helemaal niet meer en lijkt het haast op compost met stukjes stro erdoor. Gelukkig maar want het heeft uren gekost om het spul over de tuin te verdelen.
Is dat gedoe met mest nou echt nodig? vroeg ik mezelf tijdens het zwoegen wel eens af. Nee, eigenlijk niet, je kunt ook kunstmest gebruiken. Maar als je biologisch wilt tuinieren, ontkom je er haast niet aan. Het begin van een moestuin gaat niet over rozen…
Opa gebruikt nu kunstmest op zijn tuin, een soort zuurstokroze korreltjes. In het verleden heeft ook hij stalmest gebruikt om zijn grond vruchtbaarder te maken. ‘Mest geeft veel langer goede stoffen af, kunstmest is sneller uitgewerkt. Uit mest komt ook organische stof, dat is goed voor de grond. Maar ik moet voor oma zorgen he, dus ik heb geen tijd meer om met gewone mest te bemesten. Als de thuiszorg komt, heb ik drie kwartier om snel naar de tuin te fietsen en wat te werken, daarna moet ik weer naar huis om bij oma te zijn.’
Intuïtief zou ik geneigd zijn om de mest eerlijk over de tuin te verdelen zodat alle plantjes evenveel voeding krijgen. Maar de natuur doet niet zo moeilijk over eerlijk of niet eerlijk verdeeld. Feit is dat bepaalde planten om meer voeding vragen dan anderen.
De reden dat we in januari de groentes in groepen hebben ingedeeld, heeft onder andere met de bemesting te maken. Het is handig om de groentes per groep een plekje toe te wijzen omdat de verschillende groepen andere mestbehoeftes hebben. De kolen hebben zoals gezegd veel voeding (lees: mest) nodig. De peulgewassen daarentegen vragen amper om voeding, daar zorgen ze zelf wel voor. Kortom, op het kolenland gaat de meerderheid van de mest terwijl het bonenland wordt overgeslagen.
Na het gezwoeg met zware kruiwagens vol mest, staan de blaren op onze handen. Met rode wangen, een zere rug en vermoeide armen ploffen we moe maar tevreden op de bank. Opwarmen bij de houtkachel en vieren dat het stomste en zwaarste werk van het jaar erop zit. Vanaf nu kan de tuin vol geplant gaan worden met de mooiste plantjes en over een paar weken eten we salade uit eigen tuin!