Als er een moestuinactiviteit is die bij mij nog niet op de automatische piloot gaat, dan is het wel bemesten. Elk jaar weer moet ik goed nadenken: hoeveel mest zal ik bestellen en, belangrijker, hoe moet de mest verdeeld worden over de tuin?
Dus bel ik mijn vader met de vraag hoeveel mest hij zou bestellen voor onze moestuin. Die de hoeveelheid mest dan steevast uitdrukt in een x aantal kruiwagens. Tja, met een antwoord in kruiwagens ben ik nog niet helemaal geholpen. Want de overvolle en loeizware kruiwagens die mijn vader vol schept en versleept, zijn niet vergelijkbaar met de halfvolle “meisjeskruiwagens” die ik al zwaar genoeg vind. Bovendien is “een x-aantal kruiwagens” niet de eenheid waarmee ik mest bij de boer kan bestellen. Die wil weten hoeveel kuub mest ik nodig heb.
Als ik me bedenk wat er met mij gebeurt als ik teveel of te weinig voeding krijg, voelt de druk om goed te bemesten nog groter. Te weinig eten resulteert in steevast in een slecht humeur en je kunt zelf wel verzinnen wat er gebeurt bij consequent te veel eten…
Wetenschappelijke benadering
Dus ging ik een paar jaar geleden vol goede moed aan de slag met een wetenschappelijke benadering. Als iemand weet hoe het moet, zijn het wel de boeren, was mijn achterliggende gedachte. Dus op zoek naar teelthandleidingen voor de professional. Daarin wordt de hoeveelheid benodigde meststoffen uitgedrukt per hectare. Bijvoorbeeld: “om goed te kunnen groeien heeft spinazie per dag 17 kg stikstof per hectare nodig”.
Ehm… ja. Met een mega strak teeltplan en uitgebreide berekeningen zou ik dan precies kunnen uitrekenen hoeveel van de verschillende meststoffen er per groentesoort nodig is. Maar dan heb ik alsnog geen idee hoeveel van die verschillende meststoffen er in de door ons bestelde mest zit. En hoeveel van de verschillende meststoffen onze bodem al bevat. Kortom, met een serie van rekensommen kom ik er ook niet uit.
Bodemanalyse
Vaak genoeg heb ik op het punt gestaan om een bodemanalyse uit te laten voeren met de grond uit onze moestuin. Uit nieuwsgierigheid of misschien om tóch nog eens een poging te wagen om preciezer te bemesten. Maar ook zo’n analyse geeft maar een indicatie van de voedingstoestand van de bodem. Bovendien kost het aardig wat centen terwijl ik niet zeker ben wat de uitslag me gaat opleveren.
Maakt de hoeveelheid mest eigenlijk wel genoeg uit om me er zo druk over te maken, was de volgende vraag.
Kan je te veel of te weinig bemesten?
Teveel bemesten kan leiden tot enthousiaste groei van bladeren waarbij de groei van vruchten achterblijft. Je kunt je dus wel voorstellen dat het bij de bladgewassen niet zoveel kwaad kan om royaal te bemesten. Bij de vruchtgewassen kan teveel bemesten daarentegen juist nadelig uitpakken: de bladeren groeien als een gek, terwijl de ontwikkeling van de vruchten achterblijft.
De verdeling van de mest moet dus wel worden afgestemd op de verschillende gewasgroepen. Heb je meteen een van de redenen te pakken om een goed doordacht teeltplan te maken: dat maakt het verdelen van de mest een stuk eenvoudiger.
Verdeling van mest per gewasgroep
En dan de verdeling van de mest over de moestuin nog. Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat de groenten die de meeste calorieën bevatten ook het meest mest nodig hebben. Dus aardig wat voor de aardappels en nauwelijks wat voor sla en andijvie.
Die redenatie gaat niet op, het is eerder andersom. De logica erachter? Ik kan het je niet vertellen. En dat is misschien wel de belangrijkste reden dat ik elk jaar weer zo hard moet nadenken over het bemesten: ik begrijp de logica gewoon niet helemaal.
Pragmatische oplossing
Maar gelukkig is het niet noodzakelijk om de details precies te begrijpen om een concept toch te kunnen gebruiken. Dus volg ik de vuistregels voor bemesten die ik van mijn vader heb geleerd. De verdeling van de mest over de verschillende gewasgroepen, waarover je als cursist van de moestuincursus alles leert in de les over bemesten, zit nu in mijn hoofd. Gewoon erin gestampt.
Door het moestuinseizoen gebruik ik daarnaast wat ik tijdens mijn opleiding tot arts heb geleerd: laat je niet uitsluitend leiden door labwaardes maar kijk vooral naar je patiënt. De moestuinvariant: je hebt geen bodemanalyses (labwaardes) nodig om te zien hoe het met je planten gaat. Kijk gewoon goed naar je planten! Een gebrek aan stikstof uit zich bijvoorbeeld in geel verkleurde bladeren. Een goede indicatie om op dat moment wat koemestkorrels rondom deze gewassen te strooien.
Timing van bemesten
Gelukkig is er een aspect wat minder belangrijk bij bemesten, namelijk de timing. Bij onze tuinvereniging begint een deel van de tuiniers in november al met bemesten, een ander deel bemest pas in april. Zo’n grote spreiding in het tijdstip van bemesten betekent naar mijn idee: of het maakt niet uit wanneer je bemest, of niemand weet precies wat het meest ideale moment is.
Dus heb je nog niet bemest en begin je je af te vragen of je nu te laat bent? Maak je geen zorgen. De reden dat veel tuiniers in de winter bemesten, is vooral omdat dat een praktisch moment is. Er is weinig anders te doen in de tuin en de tuin is leeg. Je kunt de kruiwagens mest dus gewoon op de bodem leeg kieperen zonder rekening te hoeven houden met de groenteplantjes die er later in het jaar wel zullen staan.
Het groeiseizoen staat voor de deur
Dus ga gerust nog aan de slag met bemesten. De grond is nog koud maar daar zal snel verandering in gaan komen de komende weken. Dan begint het echte groeiseizoen: het moment dat het slim is om flink te gaan planten en zaaien. Daarmee breekt ook het moment aan waarop je het meest profijt zult hebben van de moestuincursus.
Dus ben je nog geen cursist maar wil je dit jaar wel ontspannen tuinieren én verzekerd zijn van een oogst van zelfgekweekte biologische groenten om trots op te zijn? Je bent nog op tijd om je in te schrijven!
Bij ons is de mest inmiddels ondergewerkt, net als de groenbemester. We kunnen dus aan de slag met zaaien en planten. Het belooft een heerlijk zonnige en zachte dag te worden en onze kleine Josephine is vandaag 11 dagen oud: hoog tijd voor haar eerste moestuinpraktijkles. Want jong geleerd is oud gedaan! Wish us luck…