Het bonenlandje staat er maar leeg bij. Twee rijtjes tuinbonen en peutljes, dat is alles. Ik krijg steeds meer zin om het landje verder te vullen. Al maanden liggen er prachtige zakjes met pronkbonen, Borlotti bonen, haricots verts en cannellini bonen klaar om gezaaid te worden.
Meerdere keren dacht ik al: nú ga ik de rest van de bonen in de vollegrond zaaien. Maar het weerbericht en opa hielden me steeds tegen. Koud weer op komst, regen verwacht. Opa zei steeds: ‘Wacht nog maar even met de bonen zaaien. Vroeger zei men al: bonen moeten de mei-zon niet zien. Maar ik moet zeggen, ik weet niet zeker of dat nu nog op gaat hoor, met de klimaatverandering en die toestanden..’
Of klimaatverandering een verschil maakt, weet ik niet. Wat wel zeker is: bonen willen graag gezaaid worden bij warm weer. Als de grond dan ook nog een beetje vochtig is, kiemen ze zo. Bij koud weer kiemen de bonen niet goed en bestaat de kans dat ze verrotten in de grond. Precies wat er met een deel van mijn voorgezaaide bruine bonen is gebeurd.
Maar wat is nou warm genoeg, vroeg ik opa. Hij wacht zelf met zaaien tot het minimaal 16, 17 graden is en de weersverwachtingen goed zijn. Mooi, dat is duidelijke taal en van dat soort weersomstandigheden is zeker nog geen sprake. Maar de grenzen van mijn geduld zijn wel zo’n beetje bereikt dus ik besluit de bonen binnen voor te zaaien.
Opa vertelde me eerder al dat bonen graag op een stevige ondergrond groeien, alleen het bovenste laagje aarde moet los zijn. Dat scheelt straks in ieder geval een hoop grondwerk op het bonenlandje. Dat ligt namelijk al wekenlang leeg en kaal te wachten op de komst van de bonen… Het is bijna zover bonenlandje, nog heel even geduld!