De enigszins verwilderde bramenstruiken die er al stonden toen we de tuin kregen, beginnen langzaam uit te lopen. Hoog tijd om een constructie te bouwen waarlangs ze de komende maanden kunnen groeien. Zo’n wilde struik neemt veel ruimte in beslag en maakt het bovendien lastig om de bramen zomers te plukken.
Nu ben ik zelf niet zo’n klusser maar Sander bouwt dit soort dingen met veel plezier. We halen samen houten palen en eerder kreeg ik van mijn oom al een rol met dik ijzerdraad. Sander gaat ermee aan de slag en voor ik het weet, staat er een prachtig hekwerk voor de bramen. De constructie bestaat uit drie palen met daartussen drie dikke ijzerdraden.
De drie draden zitten op ongeveer 30 cm afstand van elkaar en vormen de leidraden waarlangs de bramen kunnen gaan groeien. Met enige kracht buig ik de bramentakken in de juiste vorm en met stevige touwtjes bindt ik ze vast aan de ijzerdraden. De arme planten hebben geen doorns om zichzelf mee te verdedigen en ze laten zich weerloos aan de constructie vastzetten.
Langs elke verdieping ijzerdraad lopen inmiddels bramentakken en het idee is dat de takken op deze manier stuk voor stuk lekker veel zonlicht kunnen vangen. Want zonlicht is een van de basis-ingrediënten voor dikke, zoete, sappige bramen! De andere ingrediënten zijn overigens water en mest dus elk plantje krijgt ook nog wat gedroogde koemestkorrels en een gieter water. Kunnen ze even bijkomen van het geweld waarmee ik ze aan de ijzerdraden heb vastgeketend…