Kruiden zijn makkelijk, lekker en leuk om zelf te telen. Van een paar kleine plantjes kan je al snel een jaarvoorraad oogsten. De geoogste kruiden zijn bovendien vaak goed en lang te bewaren.

Een deel van de kruiden hebben houtige stengels, dit zijn vaak vaste planten. Denk hierbij aan rozemarijn en tijm. Andere soorten hebben zachte stengels, zoals bieslook en peterselie.

Kruiden bewaren

Er zijn twee manieren om kruiden te bewaren: invriezen of drogen.

Het invriezen is een werkje van niks: eerst de blaadjes wassen onder de koude kraan, vervolgens de takjes en blaadjes droogdeppen met een schone theedoek of keukenpapier. De blaadjes plukken we van de takjes af en snijden we mooi fijn. In een bakje of diepvrieszakje blijven de fijngesneden kruiden maanden goed in de vriezer. De takjes gaan de composthoop op of het kippenhok in.

Niet alle kruiden vriezen we in; de rozemarijn voor de deur blijft het hele jaar rond verse geurige takjes maken. Ook de tijmplant blijft het hele jaar rond goed. Bovendien is het van rozemarijn en tijm net zo makkelijk om takjes te drogen.

Peterselie en bieslook kunnen ook gedroogd worden, bijvoorbeeld in de oven of boven de houtkachel. Zodra het herfst begint te worden en de avonden kouder en donkerder worden, zullen we de houtkachel weer regelmatig aansteken. En dan zorgen dat we, voor de eerste nachtvorst, een flinke voorraad verse takjes oogsten om te drogen boven de kachel.