Groeiwijze
De framboos (Rubus idaeus) groeit snel en stelt weinig eisen aan haar omgeving. Frambozen zijn, kortom, fijne planten voor de beginnende tuinier. Binnen een jaar zul je de eerste vruchten kunnen oogsten. Frambozen zijn zelfbestuivend dus als je maar een framboos wilt planten, is dat geen probleem.
Als frambozenplanten eenmaal hun draai hebben gevonden, zijn ze niet meer te stoppen. De plant breidt zich sterk uit en zomers kunnen de nieuwgevormde struikjes bijna wekelijks als onkruid uit de tuin worden getrokken. Veel van deze plantjes belanden op de composthoop dus als je iemand kent die frambozenstruiken over heeft, kan je waarschijnlijk wel een paar gratis planten op de kop tikken.
Deze wilde groei maakt het noodzakelijk om de planten te ondersteunen. Dit voorkomt dat de planten omvallen. Er zijn verschillende constructies mogelijk om de snel groeiende planten te ondersteunen.
Soorten & rassen
Frambozen zijn op verschillende manieren in te delen.
- Ten eerste is er een onderscheid tussen zomer- en herfstframbozen. Dit onderscheid gaat over het moment waarop de oogst te verwachten valt: zomerframbozen zijn midden in de zomer klaar, terwijl herfstframbozen een tijdje later geoogst kunnen worden. De zomerframbozen worden anders gesnoeid dan herfstframbozen, over het algemeen vragen zomerframbozen meer onderhoud.
- Frambozen kunnen ook worden onverdeeld in hun gevoeligheid voor ziektes. Frambozen kunnen nog wel eens last hebben van schimmelziektes, zeker bij natte omstandigheden. Sommige soorten zijn minder gevoelig voor schimmels dan anderen.
- Ook kunnen frambozen worden uitgekozen op basis van hoeveel en wat voor vruchten ze produceren. De kweker kan je hier bij helpen maar ook op internet is veel te lezen over de eigenschappen van de verschillende rassen.
Voorbereiding
Frambozen doen het het best in een plekje in de zon of in lichte schaduw. De planten houden van lichte grond dus maak de grond goed los. Bij zware grond, zoals klei, helpt het om de grond met wat potgrond te vermengen. Zo krijgt de plant een betere start.
Als je de frambozen in meerdere rijen wilt planten, zorg er dan voor dat de planten in een noord-zuidlijn worden geplant. Dit voorkomt dat de ene rij in de schaduw van de andere rij komt te staan. Zelf hebben we een rij frambozen als afscheiding van de tuin geplant.
Planten
De ideale periode om frambozen te planten is tussen oktober en maart. De planten hebben dan tijd om te wennen aan hun nieuwe plekje en alvast een flink aantal wortels te vormen. Zodra het warmer begint te worden, kunnen de planten een vliegende start maken zodat je zomers de eerste frambozen van eigen kweek kunt eten!
Verzorgen & snoeien
In het voorjaar (maart) kunnen de frambozen een geringe hoeveelheid organische mest krijgen, zoals koemestkorrels, oude stalmest of compost. Veel mest heeft een framboos niet nodig, ook zonder uitgebreide bemesting zullen de planten goed groeien.
Zodra de frambozen geplant zijn en een beetje gewend zijn op hun nieuwe plekje in de moestuin, is het tijd om een constructie te bouwen die de frambozen tijdens het seizoen ondersteunt. Als de planten zomers volhangen met rijpe, zoete vruchten, kunnen de slanke takken namelijk wel wat ondersteuning gebruiken. Onze constructie bestaat uit houten palen die elk zijn voorzien van twee horizontale balkjes. Tussen de uiteinden van deze balkjes zijn dikke (ijzer)draden gespannen. Hier kunnen de volgeladen frambozentakken gedurende de zomer een beetje tegenaan leunen, zodat ze niet omvallen door het gewicht van de rijpe vruchten.
Herfstframbozen worden ’s winters gesnoeid. Hoewel het vrij rigoureus klinkt, is het verstandig om de takken grotendeels terug te snoeien, tot op ongeveer 10 cm vanaf de grond. In het voorjaar zullen de planten vanzelf weer uitlopen. Deze nieuwe scheuten hoeven niet uitgedund te worden, eventuele zwakke takken kunnen wel worden weggehaald.
De snoei van zomerframbozen is iets meer werk. De oude takken, waar het afgelopen seizoen vruchten aan hebben gezeten, worden teruggesnoeid (zoals bij de herfstframbozen). De nieuwgevormde stengels mogen blijven en kunnen alvast aangebonden worden. In februari worden de toppen van deze stengels eruit geknipt. Dit stimuleert vertakking van de plant en zorgt voor een grotere oogst.
Oogsten
Rijpe frambozen laten gemakkelijk hun takje los. Als je moet trekken om de framboos los te krijgen, is de vrucht nog niet rijp. Kortom, het is een kwestie van voorzichtig voelen of de vruchtjes al loslaten. Als je je frambozenstruiken een beetje hebt leren kennen, zul je al gauw zien welke frambozen rijp zijn en welke nog even kunnen blijven hangen.
Oogst de frambozen met beleid; de vruchten zijn erg kwetsbaar. Als je de frambozen niet meteen opeet, behandel en vervoer ze dan erg voorzichtig. Het opstapelen van frambozen, bijvoorbeeld als je een emmertje vol wilt plukken, zal nooit goed uitpakken. De vruchtjes worden dan snel geplet onder hun eigen gewicht en zullen er niet fraai meer uitzien. Als je nog dezelfde dag jam wilt gaan maken, maakt dit natuurlijk niet zoveel uit. Gebruik dan wel een schoon oogstemmertje, anders krijg je zanderige jam.
Bewaren
Net als veel ander kleinfruit, rotten frambozen snel. De vruchten kunnen dus het best zo snel mogelijk na het oogsten opgegeten worden.
Een dagje in de koelkast gaat nog wel goed maar als je frambozen langer wilt bewaren, kun je ze beter invriezen. Een andere manier om frambozen te bewaren, is in de vorm van jam. Een paar potjes frambozenjam zullen in de winter of tijdens een herfstige high tea goed van pas komen.