Groeiwijze

In tegenstelling tot andere soorten sla, vormt pluksla geen krop. De plantjes groeien uit tot losse bladeren die meestal jong geoogst worden. Als je de bladeren laat doorgroeien, kunnen ze vrij groot worden. De bladeren zijn zacht en hebben een milde smaak, de moeite dus om eens te proberen. Pluksla heeft meerdere voordelen:

• In tegenstelling tot kropsla, schiet pluksla niet snel door. Hierdoor is pluksla bij uitstek geschikt voor zomerteelt.
• Na het plukken of afknippen van de blaadjes, zullen de bladeren opnieuw uitlopen en kan je dus een tweede keer oogsten zonder opnieuw te hoeven zaaien.
• Pluksla kan goed tegen kou. Hierdoor is het mogelijk om al in februari een rijtje pluksla (onder glas) te zaaien.

Voorbereiding

Net als bij de andere slasoorten, begint het zaaien van pluksla met het onkruidvrij en los maken van de grond. Net als de andere bladgewassen, houdt pluksla van een goed bemeste grond. Bij ons kregen de bladeren, na meerdere rondes oogsten, tegen het einde van de zomer langzaam een gele tint.

Deze gele tint is een uiting van stikstoftekort; de pluksla had blijkbaar al veel stikstof aan de grond onttrokken. Kortom, zorg voor goede bemesting en strooi eventueel wat koemestkorrels als de bladeren iets gelig beginnen te verkleuren.

Zaaien & Planten

Zaad van pluksla lijkt op dat van de andere slasoorten: de zaden zijn vrij klein, wat grijsachtig van kleur en hebben een ovale vorm met spitse puntjes. Omdat de zaden klein zijn, worden ze ondiep gezaaid. De zaden worden bedekt met een laagje van ongeveer 0,5 cm grond.

Zelf zaaien we pluksla in rijtjes of breedwerpig over een breedte van circa 15 centimeter. Het heeft weinig zin om pluksla voor te zaaien en vervolgens uit te planten, dit kost nodeloos veel moeite terwijl zaaien in de volle grond prima gaat. De plantjes komen, afhankelijk van de temperatuur, over het algemeen vrij snel op.

Hoewel pluksla al in februari onder glas kan worden gezaaid, zaaien we zelf in maart of april in de volle grond. Vervolgens kan de hele zomer door geoogst worden.

Verzorgen

Zoals hierboven al beschreven, kan het nodig zijn om tussentijds wat extra te bemesten. Verder is het een kwestie van tussendoor onkruid verwijderen zodat de plantjes alle ruimte krijgen om te groeien.

Bij droogte kan het nodig zijn om water te geven, vooral op grond die snel uitdroogt zoals zand. Dit is vooral in het begin belangrijk, op het moment dat de jonge plantjes nog maar een klein wortelstelsel hebben. Als de planten eenmaal op gang zijn, is water geven zelden nodig. De wortels zijn dan lang genoeg om zelf voldoende water op te nemen. Als de bladeren aan het einde van een zonnige dag een beetje slap hangen, kan een gieter water geen kwaad. Geef bij voorkeur ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat water.

Oogsten

Het oogsten van de pluksla is een leuk werkje. Pak een bosje blaadjes vast en knip of pluk de bladeren af. Zelf nemen we de bladeren in een plastic tasje mee naar huis. Zolang je niet de hele plant kapot knipt of met wortel en al de grond uit trekt, zullen de bladeren opnieuw uitlopen en kan er een tijdje later opnieuw geoogst worden. Hierbij is het devies: laat het hart van de plant intact. Het hart is de plek waaruit alle blaadjes ontspringen. Zolang dit intact is, zal de plant opnieuw uitlopen zodat je een tijdje later nogmaals kunt oogsten.

Bewaren

Pluksla is (nog) minder lang houdbaar dan kropsla dus het is aan te bevelen om de sla op de dag van het oogsten op te eten. Kortom: thuis de blaadjes wassen, droogdraaien in de slacentrifuge en meteen opeten, dan zijn ze op hun lekkerst. Knapperig en zacht, haast zoet, van smaak.