Groeiwijze

Bleekselderij (Apium graveolens var. dulce) is een selderijsoort waarvan de bladstelen gegeten worden. Wat mij betreft is het geen ideaal gewas voor de beginnende moestuinier. De minuscule zaadjes ontkiemen langzaam en vragen nogal wat van hun omgeving.

Zo hebben de zaadjes licht nodig om goed te kunnen ontkiemen. Tegelijkertijd mogen ze tijdens het ontkiemen niet uitdrogen, wat best lastig kan zijn als het ontkiemen zelf al wekenlang kan duren.

Als de plantjes eenmaal zijn opgekomen, maken ze nog steeds geen haast. De planten groeien erg traag en je hebt dus veel geduld nodig voor je je eerste eigen bleekselderij kunt oogsten.

Als je wel van een uitdaging houdt én het geduld kunt opbrengen, is bleekselderij een leuk gewas om eens in de moestuin te zetten.

Soorten & rassen

Bleekselderij wordt globaal ingedeeld in twee hoofdsoorten:

• Zelfblekende rassen: de zelfblekende rassen hebben van zichzelf een lichtgroene tot geelgroene kleur. Voorbeelden zijn Goudgele zelfblekende en Golden Plume. In België wordt dit type bleekselderij bleke selder genoemd.
• Groenblijvende soorten: de groenblijvende soorten zijn van nature donkergroen maar kunnen lichter van kleur gemaakt worden door de planten aan te aarden (“bleken”). Een voorbeeld hiervan is Giant Pascal. In België wordt dit type bleekselderij groene selder genoemd.

Voorbereiding

Ter voorbereiding van het voorzaaien is het handig om enkele potjes met potgrond te vullen. Zelf zaaien we de minuscule zaadjes vaak in twee of drie kleine potjes voor. De plantjes zijn in eerste instantie namelijk zo klein, dat het weinig zin heeft om ze vanaf het begin al een eigen potje te geven. Bij het voorzaaien is het van belang om vershoudfolie of ander lichtdoorlatend plastic bij de hand te hebben om de potjes mee af te dekken.

Zaaien & Planten

Bleekselderij wordt vanaf januari tot maart binnenshuis of in een verwarmde kas voorgezaaid. Als de jonge plantjes bij te lage temperaturen ontkiemen, is de kans namelijk groot dat ze zullen doorschieten.

Selderijsoorten zijn lichtkiemers; de zaadjes willen niet al te diep onder de grond worden verstopt want ze hebben licht nodig om te ontkiemen. Het voorzaaien van selderij komt neer op de zaadjes in bakjes met natte potgrond strooien zonder er daarna potgrond overheen te verspreiden. Wel kan je er eventueel wat zand overheen strooien. De bakjes zetten we vervolgens op de keukentafel om ze dagelijks in de gaten te kunnen houden.

Het gevaar van de zaadjes niet toedekken is uitdroging door de droge lucht in de woonkamer. Om uitdroging te voorkomen, zetten we de potjes op een bord met daarin een klein laagje water. Tenslotte worden de bakjes toegedekt met vershoudfolie. Daarna is het een kwestie van geduld: het kan wel vier weken duren voor de eerste zaadjes tot leven komen.

De zaadjes kunnen ook in de volle grond worden gezaaid maar zelf heb ik, onder andere in verband met de lange kiemduur en het bovengenoemde probleem van doorschieten, voorkeur voor binnenshuis voorzaaien.

Als de plantjes dan groot genoeg zijn, kunnen ze buiten op een zonnige plaats in de volle grond worden uitgeplant. De ideale tijd hiervoor is in april en/of mei. De oogst valt nog enkele maanden later. De plantjes worden op een afstand van ongeveer 20 tot 30 cm van elkaar geplant. Wij zetten de plantjes vaak op 20 cm afstand van elkaar. Eigenlijk is dit iets te dicht maar op deze manier is het niet zo erg als er wat plantjes sneuvelen tussendoor. Tussen de rijen komt 30 tot 40 cm ruimte.

Verzorgen

We hebben eens een rij selderij geplant waarbij de ene helft van de rij op een plek stond waar dat seizoen al meerdere kroppen sla hadden gestaan. De andere helft stond op grond waar nog weinig substantieels had gegroeid.

De planten in het eerste deel van de rij bleven opvallend klein en kregen bladeren en stengels met een geelachtige waas. De planten op het tweede deel groeiden flink door en bleven prachtig groen. De eerstgenoemde planten hadden dus last van een gebrek aan stikstof; het bewijs dat bleekselderij voldoende (stikstofrijke) bemesting nodig heeft om goed te kunnen groeien. Zorg dus voor goed bemeste grond.

Net als bij de meeste andere gewassen is het verder een kwestie van af en toe onkruid wieden en water geven.

Oogsten

Zodra de stengels dik genoeg zijn, kan de plant geoogst worden door de hele plant uit de grond te trekken en vervolgens de wortels af te snijden.

Ook kunnen enkele stengels geoogst worden, terwijl de rest van de plant blijft staan. Breek of knip in dit geval een deel van de buitenste stengels af.

Bewaren

Bleekselderij is in de koelkast een aantal dagen houdbaar. Na een tijdje worden de stengels slap en zijn ze een stuk minder smakelijk.

Bij een overschot aan bleekselderij, kunnen de gewassen stelen in plakjes worden gesneden en vervolgens rauw worden ingevroren. Op deze manier heb je kant-en-klare bleekselderij die je zo uit een diepvrieszakje of -bakje kunt schudden als je soep of pastasaus maakt.

Eten

Wij verwerken onze bleekselderij onder andere graag in een rijke, overheerlijke pastasaus, zie onderstaande vlog!